Een Goese klok in Hijken

Kerktoren met klok die naar buiten komt

“Gemeente Goes 1930”: zo luidt het opschrift van de klok die een tijdje geleden in een klokkenstoel in Hijken werd opgehangen. Maar wat doet deze klok in Drenthe?

De klokken staan op de grond in afwachting van vervoer in 1943. Foto door Jo Vissers.

Een schema uit 1935 door stadsklokkenist (of beiaardier) H. Vissers biedt inzicht in het carillon. Vissers beschreef de klank, grootte, het opschrift en het bouwjaar van de klokken. De klok met het opschrift “Gemeente Goes”, gegoten in 1930, is aangeduid met het nummer 9. Dit is het enige klokje in het carillon van de Grote Kerk dat dit opschrift draagt, en uit 1930 komt. Het gaat om een klok met de toon Ais. Zijn voorganger komt uit 1913. In 1930 krijgt Eijsbouts de opdracht om vijf nieuwe klokken te gieten, waar deze er één van is.

Een mysterie als deze nodigt uit tot speculatie. Er zijn al wat verhalen en geruchten online verschenen: de klok zou met vier andere klokken onderweg naar Friesland zijn gezonken en verdwenen, of de klok zou tevoorschijn zijn gekomen bij de drooglegging van de Noordoostpolder. Deze mysteries kunnen we gelijk de wereld uithelpen: de klok is niet op de Noordoostpolder beland, en is na het zinken gewoon weer teruggekomen naar Goes. De vraag die overblijft: wat is er dan wel met deze klok gebeurd?

Schematisch overzicht van het carillon van de Grote Kerk, afkomstig uit het boekje “Aanteekeningen over het klokkenspel van den toren der St. Maria Magdalenakerk te Goes”, in 1935 geschreven door H. Vissers, stadsklokkenist/beiaardier en uitgegeven door de Oudheidkundige Vereeniging.

Deze klok maakte deel uit van de grote vracht klokken die in 1943 richting Duitsland voerde om te laten omsmelten voor de wapenindustrie. Ook de 39 andere klokken uit het carillon van de Grote Kerk, de klok uit het Soepuus en de klokken uit het Stadhuis moesten eraan geloven. Eenmaal op het IJsselmeer werd het schip echter moedwillig gezonken.

De correspondentie over het carillon na de Tweede Wereldoorlog is uitvoerig. Na de bevrijding kwam er een proces op gang om alle klokken te laten terugkeren naar hun oorspronkelijke plek. In een brief van de gemeente Goes naar de minister van binnenlandse zaken is een overzicht met alle klokken die uit Goes verdwenen opgenomen. De stadhuisklokken, de klok uit het Soepuus en het overzicht van de carillonklokken van Vissers. In totaal zijn er op dat moment 34 klokken terecht. 6 klokken, waaronder nummer 9, ontbreken nog.

Klokken uit het carillon van de Grote Kerk op weg naar beneden. Foto’s door Jo Vissers.

In een artikel van RTV Drenthe verschijnt er een foto van een archiefstuk waarop de klokken uit Goes worden genoemd. Vermeld staat dat de klokken 1 en 4 vermist zijn. Deze klokken blijken tijdens transport te zijn gebroken. Klok 15 is in de opslag te Amsterdam kapotgegaan. Drie klokken (waaronder nummer 9) bevinden zich in Delft voor klankanalyse in het Laboratirium voor Technische Physica (inmiddels TU Delft). De andere klokken zijn al terug in Goes.

Een fragment uit het rapport van de Nederlandse Klokkenspelvereniging over de klokken en inrichting van het klokkenspel uit de Grote Kerk, gedateerd 26 april 1947. Archief Gemeente Goes 1930-1969, inventarisnummer 192.

De perikelen rondom het carillon zijn echter nog niet opgelost. Er worden meerdere pogingen gedaan om het carillon weer op niveau te krijgen. Een groot deel moet opnieuw gekeurd, gestemd of geheel vervangen worden. De gemeente ontvangt het advies om een tiental klokken opnieuw te laten gieten. Welke klokken dat exact zijn, blijft helaas onduidelijk. In de tussentijd wordt ook nog besloten om zeven klokken toe te voegen, waardoor het carillon 47 klokken telt. In de jaren 1960 besluit de gemeente echter toch dat de kwaliteit van het klokkenspel niet meer goed te krijgen is. De materialen die zijn gebruikt bij het herstel, waren van onvoldoende kwaliteit en niet in staat de schade volledig teniet te doen. Het carillon wordt bijna volledig vervangen, met uitzondering van zes achttiende-eeuwse klokken die worden gerestaureerd.

De oude klokken worden verkocht als oud ijzer. Waar de klokken gebleven zijn is onduidelijk, maar waar klok 9 hangt weten we het inmiddels: in een klokkenstoel in Hijken.