De Koornbloem

De Koornbloem in Goes is een korenmolen uit 1801, gebouwd als stellingmolen aan de toenmalige noordgrens van de stad. De molen draait nog steeds en staat sinds 1972 op de rijksmonumentenregister.

GoesFoto021884

De laatste molen

Van de vele molens die Goes ooit telde, is alleen molen de Koornbloem (of Korenbloem) overgebleven. Niet zo heel gek, want het was vroeger gebruikelijk om als molenaar de molens van je concurrenten over te kopen en af te breken. Daarnaast zijn veel molens afgebroken toen de effectiviteit verminderde, of in verval raakte. Dus hoewel Goes aardig wat molens rijk was, zijn er van de meeste molens nog maar enkele sporen te vinden. Denk bijvoorbeeld aan de Zaagmolenstraat, vernoemd naar zaagmolen De Eendracht, of het Soepuus, waar de voormalige getijkorenmolen aan de Kleine Kade 43 draaide. Goes kende een boekweit-, windkoren-, schors-, windolie- en houtzaagmolen.

Ook de Koornbloem is niet de eerste molen op zijn plek aan de Paardeweg. Windoliemolen Treurniet (of ‘Treurt Niet’) was een standerdmolen gebouwd in 1596, maar ging verloren in een brand in 1771. Dertig jaar later kwam daar de Koornbloem, gebouwd door Pieter Remijn (1763-1837) uit Ellewoutsdijk.

Foto van omstreeks 1900 met vanaf links houtzaagmolen ‘De Eendracht’, korenmolen ‘De Vijf Gebroeders’ en als laatste korenmolen ‘De Korenbloem’.

Geschiedenis

Vlak naast de Koornbloem komt enkele jaren na de bouw, in 1809, ook nog een rosmolen te staan. In dat jaar raakt de getijdewatermolen aan de Kleine Kade 43 namelijk buiten gebruik vanwege het aanleggen van een sluis bij de Wilhelminapolder. Pieter Remijn krijgt daarom toestemming van de Goese stadsraad voor het bouwen van een rosmolen ‘binnen en aan het gebouw van zijn windmolen’. Deze rosmolen levert helaas niet zoveel op als hij hoopt en de opbreng blijkt onvoldoende voor de bakkers van Goes. In 1887 sloopt Pieter de rosmolen en wordt er een woonhuis ingericht, welke in 1939 opnieuw wordt opgebouwd.

Bij de zuidelijke ingang van de Koornbloem vind je een beschadigde gevelsteen met de tekst:

Deze molen is gesticht door P. Remijn. Met toestemming van de Leden der Raad en Directeuren dezer stad.
Den eerste steen is gelegt door ld Remijn Pz op den 9 april 1801 en den laatste door Cs. Steyn.
Dat gy niet wilt Dat u geschiet Doet het ook Aen een ander niet.

Deze beschadigingen zijn vooral het resultaat van natuurlijke slijtage, met uitzondering van de schade in de rechterbovenhoek: deze is te verwijten aan een granaatscherf die de gevelsteen tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte.

In 2021 is de Koornbloem een grote restauratie ondergaan. Momenteel is de molen elke zaterdag tussen tien uur ’s ochtends en vier uur ’s middags uur geopend voor publiek. Kijk voor actuele informatie altijd op de website van de Koornbloem.

gedenkschrift opgedragen aan Pieter Remijn
‘De Koornbloem, gedenkschrift opgedragen aan Pieter Remyn door een gezelschap onder de zinspreuk ‘liefde spaart geen vlijt’ wegens het stichten der molen genaamd De Koornbloem in den jare 1801′. Een lithografie vervaardigd tussen 1801 en 1822.

Andere molens

Waar je nu enkel restanten van de oude stadsvestingmuur treft aan het Bastion, kon je er vroeger twee verschillende molens treffen. In 1798 kocht Pieter Remijn de Noordmolen, een stadskorenmolen in het noorden van Goes. Het precieze bouwjaar van de molen is onbekend, maar we weten dat hij er in ieder geval gestaan heeft van 1497 tot 1802. In 1802 verkocht Pieter de grond weer terug aan de stad, dit maal zonder molen. Het was niet ongebruikelijk in de wereld van de molenaars: molens opkopen om ze vervolgens te slopen. Hierdoor werd de concurrentie uitgeroeid en kreeg hun eigen molen meer klanten. In 1823 kocht Pieter Remijn het terrein toch weer terug van de stad, en stichtte hij zelf korenmolen ‘De Vijf Gebroeders’ op deze grond.

Toen Pieters opvolger Johannes Remijn overleed, verkocht zijn weduwe de molen voor de sloop aan concurrentmolenaar Leendert de Jonge, die sinds 1885 tevens de eigenaar was van de Koornbloem. Leendert brak de molen af, en onderdelen zoals de wieken en het aswerk verkocht hij. Behalve een aantal foto’s zijn er daarmee geen sporen overgebleven van De Vijf Gebroeders. Aan de huidige Zaagmolenstraat stond van 1701 tot 1897 molen ‘De Eendracht’, waarnaar ook de straat is vernoemd. Deze molen was van de gebroeders Harinck. Ook deze molen kocht Leendert de Jonge op in 1896, en sloopte hij in het jaar erna.

Hoewel de Koornbloem de laatst overgebleven molen in Goes is, is het zeker niet de laatste molen in de gemeente. Aan de Kapelseweg vind je de Oostmolen van Kloetinge, een korenmolen uit 1704. Molen De Hoop werd in 1808 gebouwd aan de Molendijk in Wolphaartsdijk, en molen Nooit Gedacht staat aan de Arendstraat in Eindewege, en werd gebouwd in 1872.

Molen De Vijf Gebroeders
Molen De Vijf Gebroeders lag aan de Mattheus Smallegangesbuurt tussen 1890 en 1896. Deze molen werd afgebroken in 1896, nu is daar het Bastion.