De hbs

De voormalige hbs aan de Albert Joachimikade heeft lange tijd gediend als middelbare school. Enkel het hoofdgebouw uit 1866 staat nog overeind: dit stuk van het pand kreeg in 1976 de status van Rijksmonument.

de HBS aan de kade

De hoogere burgerschool bedoelt aan den staat knappe, degelijke burgers te leveren; de wetenschap voor allen toegankelijk te maken; elken stand in het genot te stellen van het licht der kennis, dat zich steeds hooger verheft.

De Goessche Courant, november 1865

De hbs

De hogereburgerschool was het product van de ‘Wet op het Middelbaar Onderwijs’, een van minister Thorbeckes bekendste wetten. Hoewel het niet verplicht was voor een kleine stad als Goes—met minder dan tienduizend inwoners—om middelbaar onderwijs te organiseren, waren er genoeg redenen om het wél te doen: gemeentelijke prestige, economische overwegingen, de centrale regio-functie die Goes toen al vervulde, en bovenal de ontwikkeling van de eigen bevolking.

De plannen voor een Goese hbs waren zacht gezegd ambitieus. Er werd een plan opgesteld voor een zesjarige hbs, waarvan één jaar werd ingericht als voorbereidingsjaar of schakelklas, zodat het verschil tussen het lager onderwijs en het middelbaar onderwijs goed overbrugt werd. Met de kennis van nu is dit uitzonderlijk goed bedacht, want de brugklas wordt nog steeds gehanteerd. Naast de ‘standaard’ hbs, moest er ook een burgeravondschool komen voor werkende leerlingen. Daarnaast waren ook de klassieke talen opgenomen in het lesprogramma, opgesteld door schoolopziener De Laat de Kanter. Vanwege de hoge kosten moest het gemeentebestuur de klassieke talen echter uit het originele plan schrappen. Ongeveer tachtig jaar later zou het schoolbestuur ze alsnog invoeren.

De hbs
De hbs aan de Albert Joachimikade. Dukker, G.J., Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Documentnummer 102.312

Het gebouw

De hbs verving de Franse jongensschool aan de Lange Kerkstraat. Deze school zat al een tijdje met een probleem: de hoofdonderwijzer was overleden in 1863, en er was steeds geen geschikte vervanger gevonden. Zodra de gemeenteraad toestemming kreeg van het Rijk voor het stichten van een hbs in 1865, werd de Franse school geheel opgeheven. In september gingen de leerlingen van de Franse school naar de hbs, maar omdat er nog geen geschikt schoolgebouw was, bleven de scholieren tijdelijk naar de school aan de Lange Kerkstraat gaan. De eerste steen van het pand aan de Albert Joachimikade werd gelegd in april 1866 door burgemeester Blaaubeen. Hij verklaarde daarbij het volgende:

het schoonste, het uitnemendste monument, dat immer in deze gemeente kon gesticht worden: […] het monument van ontwikkeling des geestes, van verlichting, veredeling en beschaving: […] het monument dat voor alle standen den toegang opent tot de bron van kennis en wetenschap en den slagboom wegruimt, die ons op dat gebied bij de andere gewesten van Nederland, ook bij het buitenland, verre ten achter hield.

Over de bouw van het nieuwe pand is nogal wat te doen geweest. De liberale meerderheid in de gemeenteraad was van mening dat er bij deze nieuwe onderwijsvorm bedoeld voor ‘verlichting, veredeling en beschaving’ van de Goese burgers, een even prestigieus en modern gebouw nodig was. Hier was niet iedereen het mee eens: een grondige verbouwing van de Franse jongensschool zou ook voldoen, vond gemeenteraadslid Saaijmans Vader. Hij was daarin de enige.

In eerste instantie zocht de gemeente naar een aannemer die de bouwopdracht voor een bedrag van 30.000 gulden (inclusief meubilering) kon volbrengen. Toen de gemeente geen partij kon vinden om dit plan uit te voeren, zette ze de opdracht nogmaals uit. Uiteindelijk moest er bij het initiële bedrag ruim 15.000 gulden opgeteld worden.

Plattegrond HBS met indeling lokalen

Plattegrond HBS met indeling lokalen
Plattegrond van de hbs in 1901 door F.G.C. Rothuizen, architect en directeur Dienst Gemeentewerken te Goes. Er vindt dat jaar een verbouwing en uitbreiding plaats: er wordt een gymlokaal toegevoegd en er worden deuren en muren verplaatst. De aanpassingen zijn in het rood aangegeven.

Onderwijs voor meisjes

In 1871, kort na de totstandkoming van de hbs, kwam er een verzoek van ouders om hun dochters toe te laten op de school. Het college van B&W had besloten de meisjes aan te nemen. Hoewel de school niet ingericht was met vrouwelijke leerlingen in gedachten, was het college niet van mening dat zij een uitzondering konden maken op de landelijke wetgeving, die zelf geen onderscheid maakte in het onderwijs van jongens en meisjes. De commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs in Goes had echter bezwaar op deze beslissing. Drie van de vijf leden waren het oneens met de komst van de meisjes, en waren van mening dat het toelaten van meisjes zou leiden tot de ‘ondergang’ van de hogere burgerschool. Gemeenteraadslid dhr. Hanlo, betoogt tijdens de raad:

Weert, weert de meisjes! Want het is de ondergang der hoogere burgerschool! Laat de meisjes niet toe, want binnen een jaar is de hoogere burgerschool teniet.

Hoewel de overige twee leden van de commissie het hier niet mee eens waren, konden zij niet anders dan zich hierbij neerleggen. Met een meerderheid van zes tegen drie stemmen in de gemeenteraad, werd besloten om het eerdere raadsbesluit waarin de meisjes werden toegelaten, nietig te verklaren. De meisjes moesten de school in oktober van datzelfde jaar weer verlaten. Het was op zijn zachtst gezegd een interessante raad geweest, verklaarde ook de Goessche Courant, waardoor de redactie besloot het volledige verslag van de gemeenteraad op 26 augustus 1871 op te nemen in de volgende editie. Deze is hier terug te lezen. Uiteindelijk zorgde het conflict wel voor meer aandacht voor het meisjesonderwijs: in 1876 werd de Franse meisjesschool omgevormd tot middelbare meisjesschool.

Docenten van de hbs in 1871. Tweede van Rechts zit Dirk de Koning (1844-1918), hij was Stadsbouwmeester en Tekenleraar aan de hbs.

Het Goese Lyceum

De oorspronkelijke wens van de gemeenteraad om ook de klassieke vakken aan te bieden, wordt in 1946 uiteindelijk toch verwezenlijkt met de komst van een lyceum.

Niet iedereen was blij met dit heugelijke nieuws: dhr. H.W. Fortgens, conrector van het Middelburgsch Lyceum, schreef in een brief aan de PZC dat één lyceum voor heel midden-Zeeland meer dan genoeg was. Bovendien zou de komst van een lyceum in Goes zorgen voor slechtere kwaliteit onderwijs. Om het nog niet te hebben over het vertrek van mogelijk dertig procent van de leerlingen van het Middelburgsch Lyceum. Als conrector zou Fortgens dat helemaal niet goed uitkomen. Fortgens schrijft dat er een nog grotere afname in leerlingen zou zijn, als er ook nog christelijk lyceum zou komen in Goes. Wel zestig tot zeventig procent van de leerlingen zou de school in Middelburg dan verlaten. Fortgens’ brief kreeg geen gehoor, want het Goese lyceum komt er toch, en een jaar later opent ook het ‘Christelijk Lyceum voor Zeeland’ in Goes.

De naamwijziging van hbs naar ‘Goese Lyceum’ was een bijkomstigheid in deze kwestie, omdat het ‘lyceum’ in principe enkel verwijst naar de gymnasiumvakken die werden toegevoegd aan het aanbod op de hbs. Deze naam voerde uiteindelijk toch de overhand wanneer het over de school ging.

Het Goese Lyceum aan de Albert Joachimikade, het achterplein met studenten.
Het Goese Lyceum aan de Albert Joachimikade. Schooljaar 1947-1948. Klas HBS 5A voor de ingang van de school aan de Oostwal. Achterste rij v.l.n.r.: onbekend, Rie Schipper, Co van Melle, Tineke Oele, Corrie Glerum, Corrie Dees, onbekend, ? Verheul, onbekend, Piet Wisse, onbekend, onbekend, J. Nijssen. Eerste rij v.l.n.r.: onbekend, ? Duvekot.

 

Toneeluitvoering van het detectivespel “Voor de derde maal” van P.J. Dorreboom, door de leerlingenvereniging VLAM in het Schuttershof aan de Kreukelmarkt in 1946. Op de foto v.l.n.r.: Laurens Nieboer, Jannie Klompe, John Polderman, Betty Schrijver, Riki van Dijk, Bram Hannewijk, Arend Nieboer, Co Visser, Mieke Duvekot, Piet Wisse, Frans de Boo, Mies Voskuil. De regie was in handen van dhr. J. van der Woude.

Een nieuwe school

Tien jaar na de toevoeging van de gymnasiumafdeling was de school zo goed als vol. Rond de school kwamen er steeds uitbreidingen bij, maar ook daar was ondertussen geen plek meer voor. In Den Haag had men begrip voor de zaak. Toestemming voor het bouwen van een nieuw schoolgebouw was dus makkelijk te regelen. De bouw werd in 1962 afgerond. Er was gekozen voor de Van Dusseldorpstraat. Dit kwam goed uit met de scholenbuurt die er in voorafgaande jaren was gerealiseerd rondom de Bergweg.

Bij de toegang van het plein aan de kant van de Oostsingel stonden in 1965 twee zuilen met lantaarntjes. In 1990, ter gelegenheid van het 125-jarig jubileum van de school, werd een van deze zuilen bij de hoofdingang van de nieuwe school geplaatst. De tweede lantaarn bleef op zijn oorspronkelijke plek aan de Oostsingel staan, maar is inmiddels weg.

In 1976 kreeg het gebouw aan de Albert Joachimikade de status van Rijksmonument. Enkele jaren later besloot de gemeente om de nieuwere delen van het pand af te breken. Onder andere de gymzaal moest wijken voor het nieuwe stadskantoor. Deze nieuwe gedeelten hadden geen monumentale status.

Achterzijde van de school rond 1930.
Achterzijde van de Rijks-hbs aan de Albert Joachimikade, gezien vanaf de Oostsingel rond 1930. Foto uit de collectie van J. Torbijn.

 

Het nieuwe gebouw van het Goese Lyceum
Het ‘nieuwe’ Goese Lyceum in 1968, enkele jaren na de oplevering. Foto door Howard Schenkel, een uitwisselingsstudent uit de Verenigde Staten.